Het winnen van zout

Zout wordt voor veel dingen gebruikt. Bijvoorbeeld bij het koken of om de weg minder glad te maken als het heeft gevroren. Maar je zult je vast wel afvragen waar al dat zout vandaan komt! Dat gaan we je nu uitleggen.

Je hebt zeker wel eens bij het zwemmen in zee een slok water binnen gekregen. Dit smaakte vast niet erg lekker, dat komt omdat er in de zee veel zout zit. Ook op de plek waar je nu woont was zo’n tweehonderd miljoen jaar een hele grote zee. Deze zee noemen we de Zechsteinzee.

De Zechsteinzee was een randzee omdat het een ondiepe zee was aan de rand van een grote open oceaan. Deze randzee werd van de oceaan gescheiden door een drempel van zand.


Als het water van de oceaan heel erg steeg, stroomde er ook af en toe water over de drempel de randzee in. Veel van het water in de randzee is verdampt. Verdampen betekent dat het water zo warm werd dat het water verdween. Het water werd zo warm omdat er een warm klimaat heerste. Ongeveer net zo warm als in de woestijn. Het zout van de zee verdampte niet en bleef daarom op de bodem liggen. Je kunt dit vergelijken met een grote zandbak maar dan van zout! Je kunt dit hele proces zien in het plaatje hierboven.

Op een gegeven moment kwam de grond onder de zee hoger te liggen. Bijvoorbeeld door een aardbeving. Hierdoor kwam de aarde uiteindelijk hoger te liggen dan de zeespiegel. In het kort betekent dit gewoon dat de zee verdween en het zout overbleef. Elk jaar kwam er op de strook zout meer zand te liggen. Dit kwam bijvoorbeeld omdat de wind er zand overheen blies. Deze laag zand werd steeds dikker en daarom ligt het zout nu heel diep begraven onder de grond. Het zout dat we zo diep in de grond vinden noemen we steenzout.

In sommige gebieden ligt er meer zout onder de grond dan in andere gebieden. Hieronder zie je een plaatje van de provincie Groningen en de regio Twente. In deze gebieden zit zoveel zout in de grond dat ze daarom daar de boringen doen. In Groningen zijn de meeste boringen bij de plaatsjes Heiligerlee en Zuidwending. In Twente zijn de boringen iets meer verspreid: je komt de ‘zouthuisjes ‘overal tegen!

Om het zout in handen te krijgen wordt het zout gewonnen. Je vraagt je natuurlijk af wat we bedoelen met het winnen van zout. Hiermee bedoelen we eigenlijk het verzamelen van het zout uit de natuur. Dit gebeurt op verschillende manieren.

In Nederland wordt het zout gewonnen op plekken waar steenzout diep in de grond zit. Nobian is een bedrijf dat zout op deze manier wint in de provincie Groningen en in het oosten van de provincie Overijssel. Hier boren ze lange buizen de grond in. Deze buizen gaan zo diep de grond in dat ze in de zoutlaag terecht komen. Door deze buizen laten ze vervolgens zoet water stromen. Op deze manier lost het zout op in het water. Dit mengsel van zout en water noemen we pekel. Dit pekel wordt opgepompt naar boven en wordt dan via lange pijpen naar de fabriek in Delfzijl of Hengelo gebracht. In de fabriek laten ze het water in de pekel weer verdampen zodat het zout overblijft. Dit zout wordt hierna goed schoongemaakt zodat het gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld strooi- of keukenzout.

In andere landen gebruiken ze ook andere manieren om zout te winnen. In warmere landen laten ze bijvoorbeeld de zee overlopen over het land. Dit water wordt dan opgeslagen in grote, ondiepe bakken. Door de warmte van de zon verdampt dan het water en blijft het zout over. Dit kan dan gemakkelijk verzameld worden! Het zout dat op deze manier wordt verzameld, noem je zeezout. Op de foto hiernaast zie je hoe zeezout wordt gewonnen. In Nederland is het meestal te koud om op deze manier zout te winnen.

Ook kun je zout winnen uit zoutmijnen. Dit werd vooral vroeger gedaan maar in sommige landen gebruiken ze deze nog steeds. Deze mijnen liggen soms wel driehonderd meter diep onder de grond. De mensen die in deze mijnen werkten hakten het zout in grote stukken uit de grond. Hiernaast zie je een foto van een zoutmijn die vroeger werd gebruikt.

 Sommige van deze mijnen kun je zelfs als toerist op vakantie bezoeken. Je kunt dan een kijkje nemen hoe zo’n mijn er in het echt uit ziet. Dus als je ooit op vakantie de kans krijgt om een oude mijn te bezoeken moet je het zeker doen!