Om het zout in handen te krijgen wordt het zout gewonnen. Je vraagt je natuurlijk af wat we bedoelen met het winnen van zout. Hiermee bedoelen we eigenlijk het verzamelen van het zout uit de natuur. Dit gebeurt op verschillende manieren.

In Nederland wordt het zout gewonnen op plekken waar steenzout in de grond zit. Onder andere in Oost-Groningen en Twente. Hier boren ze lange buizen de grond in die vast worden gemaakt met cement. Deze buizen gaan zo diep de grond in dat ze in de zoutlaag terecht komen. Door deze buizen laten ze vervolgens zoet water stromen. Op deze manier lost het zout op in het water. Opgelost zout in water noemen we pekel. Dit pekel wordt opgepompt naar boven en dan via lange pijpen naar de fabriek in Delfzijl of Hengelo gebracht. In de fabriek laten ze het water in de pekel weer verdampen zodat het zout overblijft. Dit zout wordt ook nog eens goed schoongemaakt zodat het gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld keukenzout of strooizout.

In andere landen gebruiken ze ook andere manieren om zout te winnen. In warmere landen laten ze bijvoorbeeld de zee overlopen over het land. Dit water wordt dan opgeslagen in grote, ondiepe bakken. Door de warmte van de zon verdampt dan het water en blijft het zout over. Dit kan dan makkelijk verzameld worden! Het zout dat op deze manier wordt verzameld noem je zeezout. Op de foto hiernaast zie je hoe zeezout wordt gewonnen. In Nederland is het te koud om op deze manier zout te winnen.

Ook kun je zout winnen uit zoutmijnen. Dit werd vooral vroeger gedaan maar in sommige landen gebruiken ze deze nog steeds. Deze mijnen liggen soms wel driehonderd meter diep onder de grond. De mensen die in deze mijnen werkten hakten het zout in grote stukken uit de grond. Hiernaast zie je een foto van een zoutmijn die vroeger werd gebruikt.

 Sommige van deze mijnen kun je zelfs als toerist op vakantie bezoeken. Je kunt dan een kijkje nemen hoe zo’n mijn er in het echt uit ziet. Dus als je ooit op vakantie de kans krijgt om een oude mijn te bezoeken moet je het zeker doen!